Dubbele contingentering

3 februari 2021

Vanaf 24 februari kunnen ouders hun kinderen aanmelden voor een plaats in het kleuter- of lager onderwijs, via het centraal aanmeldingsregister. Dankzij dit systeem wordt het fenomeen van kamperen voor de schoolpoort vermeden. 

Na afloop van de aanmeldperiode wordt bekeken welke kinderen zich ook effectief kunnen inschrijven in een bepaalde school, uiteraard maximaal volgens de opgegeven voorkeur.

Na het verlenen van voorrang aan kinderen wiens broer of zus reeds ingeschreven is in de school, of van wie een ouder er werkzaam is, wordt er gewerkt met een systeem van dubbele contingentering. Op die manier wil men een goede sociale mix tussen ‘indicatorleerlingen’ en ‘niet-indicatorleerlingen’. Met indicatorleerlingen wordt bedoeld kinderen van wie de moeder geen diploma secundair onderwijs heeft, of kinderen uit een gezin dat sinds het schooljaar 2019-2020 een Vlaamse schooltoeslag kreeg voor een kind in het basis- of secundair onderwijs.

Er wordt vooraf per wijk een verhouding bepaald van indicator- en niet-indicatorleerlingen, zodat de school een afspiegeling zou vormen van de wijk. In 2019 werd de toekenning van de Vlaamse schooltoeslag geautomatiseerd. Dit zou een impact kunnen hebben op verdeling van de contingenten.

Vraag:
Wat zijn de contingenten (in %) per Gentse wijk voor dit jaar? Hoe verhouden die zich per wijk tot de voorbije 2 jaren?

Yeliz Güner
Gemeenteraadslid

Antwoord:
Sedert het schooljaar 2019-2020 wordt de schooltoeslag automatisch toegekend aan rechthebbende ouders. Dat leidde voor heel Vlaanderen tot een toename met (afgerond) 115.000  schooltoeslagen voor leerlingen in basis- en secundair onderwijs: van zowat 335.000 in 2018-2019 naar 450.000 in 2019-2020.

Uitgedrukt t.o.v. de totale schoolpopulatie in basis- en secundair onderwijs (1.200.000 leerlingen) ging het aandeel dat een schooltoeslag krijgt daarmee van bijna 28% naar 37,5%. Dat is een stijging met 9,6%-punten. Voor Gent bedraagt die stijging 15,5%-punten bij de kleuters en 11,7%-punten bij de lagere schoolkinderen (berekend op basis van de aantallen kinderen die in Gent wonen).

Dat betekent niet dat de bevolking kansarmer geworden is. Wél dat het sociaal profiel van de leerlingen zichtbaarder is én dat een deel van de ouders hun rechten niet ten volle gebruikten voor het aanvragen van een schooltoelage. Dit toont dan ook het belang van automatische rechtentoekenning, een thema waar we als stadsbestuur zeer veel belang aan hechten.

Een deel van die Gentse kinderen (bij de kleuters ruim een derde, in het lager onderwijs ruim een kwart) die vorig schooljaar voor het eerst een schooltoeslag kregen, waren voorheen wel al bekend als ‘indicator-leerling’ omdat hun moeder ‘laag opgeleid’ is, d.w.z. geen diploma of getuigschrift van volledig secundair onderwijs heeft.

Door die overlapping tussen het diploma van de moeder en het verkrijgen van de schooltoeslag, is de stijging van het aandeel indicator-kinderen een stukje lager dan de stijging van het aandeel kinderen van wie de ouders een schooltoeslag ontvangen. Bij de Gentse kleuters zien we een stijging van het aandeel indicator-kinderen met bijna 10%-punten, in het Gentse lager onderwijs met 8,5%-punten. Telde het Ministerie van Onderwijs op teldatum 1 februari 2019 bij de Gentse kleuters nog 43% indicator-kinderen, dan spreken we sedert teldatum 1 februari 2020 over 53%. Bij de lagere schoolpopulatie ging het in 2019 nog over 45,5% indicator-leerlingen - in 2020 over 54%.

Bij de Gentse kleuters bleven er voorheen verhoudingsgewijs dus iets meer kansarme kinderen onder de kansarmoede-radar dan bij de lagere schoolkinderen. Een van de hypothese is dat het blijkbaar voor sommige ouders minder voor de hand lag om een schooltoelage aan te vragen voor hun kleuter, maar ze dat wel deden bij de overstap naar het lager onderwijs.

Die ‘stijging’ van het aandeel indicator-leerlingen is niet in alle wijken of deelgemeenten even groot. Ledeberg kent verhoudingsgewijs de kleinste stijging met 5%-punten (ongeveer gelijk bij kleuters en lagere schoolkinderen): van 59% indicatorkinderen bij de kleuters en 64% in het lager onderwijs in 2019 naar 64% resp. 69% in 2020. Aan het andere uiteinde zien we de Binnenstad waar we een veel grotere stijging met ruim 16%-punten noteren voor de kleuters en bijna 14%-punten voor de lagere schoolkinderen: van 31% indicator-kinderen bij de kleuters en 40% bij de lagere schoolkinderen in 2019 naar ruim 47% resp. 54% in 2020.

Uit die verschillen in stijgingspercentages leren we dat voorheen vooral in de meer welgestelde wijken relatief gezien meer kinderen onder de kansarmoede-radar bleven. Door de automatische toekenning van de schooltoeslag komen zij nu ook in beeld.

Het Lokaal Overlegplatform Gent Basisonderwijs (LOP Gent BaO) past elk jaar de streefcijfers van de scholen aan op basis van de meest recent beschikbare officiële telgegevens in de Vlaamse Leerlingendatabank. Voor de komende aanmeldingen, die starten op 24 februari 2021, wordt bijgevolg gewerkt met de nieuwe cijfers waarin de effecten van de automatische toekenning van de schooltoeslag verwerkt zitten. Dat gebeurt zowel op het niveau van de deelgebieden (wijken en deelgemeenten) als op het niveau van de scholen en vestigingsplaatsen van scholen.

Het LOP stelt voor de meeste scholen en vestigingsplaatsen van scholen een vrij gelijkmatige stijging van het aandeel indicator-leerlingen vast. Bij een beperkt aantal scholen volgen de meer afwijkende verschillen de algemene lijn die we ook bij de verschillen tussen deelgebieden zien, met doorgaans een relatief hogere stijging in scholen waar voorheen minder indicatorleerlingen geteld werden en vice versa.

Voor de jongste kleuters – zij die kunnen instappen van zodra ze twee en een half jaar oud zijn – baseert het LOP Gent BaO zich, met goedkeuring door de Commissie inzake Leerlingenrechten, overigens al jaren enkel op de indicator ‘moeder is laag opgeleid’. Immers, die jongste kleuters die aangemeld worden, zijn zo goed als allemaal oudste of enig kind in het gezin. Op het moment van aanmelden kunnen hun ouders in het lopende of vorige schooljaar dus sowieso nog geen schooltoeslag ontvangen hebben. Wie van hen alsnog een schooltoeslag zal ontvangen, wordt pas later duidelijk, nadat ze naar school zijn beginnen gaan – wat naast een laag gezinsinkomen ook een voorwaarde voor de schooltoeslag is.

Het LOP Gent Bao gaat ervan uit dat het effect van de veranderde cijfers door de automatische toekenning geen verschil zal uitmaken voor de nieuwe aanmeldende ouders.

Een excel-file, opgemaakt door het LOP Gent Basisonderwijs, biedt een overzicht van de streefcijfers die per deelgebied gehanteerd werden en worden ter bevordering van een evenredige verdeling van kansarme en kansrijke kinderen over de Gentse basisscholen.

Elke Decruynaere
Schepen van Onderwijs, Opvoeding, Gezinsbeleid, Outreachend Werk en Jeugd

Optionele cookies plaatsen voor Google Analytics, zoeken en social media integratie:       Accepteren       Weigeren       Meer info